dinsdag 24 maart 2009

Wie zijn je klanten en hoe kom je eraan...

is natuurlijk een vraag die elke ondernemer bezig houdt. Hoe markten en doelgroepen kunnen verschuiven bleek een tijdje geleden toen ik aanzat aan een diner. Zo zei Toon Hermans het, aanzitten aan een diner, maar je mag nergens aanzitten!

Ik heb een speciale band met de bruiloften- en evenementenbranche omdat deze zo geweldig te gebruiken is als voorbeeld om aan te geven hoeveel bedrijven er nodig zijn voor een bruiloft of evenement en dat als deze ondernemers gaan samenwerken, ze op een relatief eenvoudige manier nieuwe klanten kunnen werven. Maar ook daar komen nieuwe beroepen bij: de weddingplanner of de evenementenplanner. De persoon of ondernemer als spin in het web, die alles regelt en alle voorkomende werkzaamheden in een draaiboek heeft staan, klaar voor de uitvoering.

Dat is ook de persoon die het meeste rechtstreekse contact heeft met mogelijke klanten en ook de grootste marketing inspanning zou moeten doen om nieuwe klanten te werven. Dus marktanalyses, doelgroepenbepaling en wat er allemaal bij een marketingplan komt kijken.

Vroeger was dat natuurlijk heel helder. Jonge mensen trouwden voor het leven. Doelgroep: helder en duidelijk: Jonge mensen dus!

Wat bleek bij het gezelschap aan tafel: Er zaten vier koppels aan tafel: Een stel dertigers, twee stel vijftigers en een stel mid-zestig. Traditioneel zou je gezegd hebben de doelgroep voor de bruiloftplanner: de dertigers!

Maar nee hoor. De dertigers waren tien jaar getrouwd. De mid-zestigers korter dan een jaar en de twee stellen vijftigers vierden allebei hun eenjarig huwelijksfeest!

Mooi zeg! Daar gaat je marketingplan en doelgroepen analyse, je marktonderzoek en je website speciaal ingericht op trouwlustige jongeren.

Het is dus heel moeilijk om te vertellen wié je, toekomstige, klanten zijn. Gemakkelijker is het dus je te concentreren op je netwerk en dat te instrueren om tijdig te signaleren wanneer hun Opa of Oma opnieuw gaan trouwen.

Wordt netwerken niet een stuk leuker als je al van te voren weet dat de mensen die je ontmoet hoogstwaarschijnlijk niet je klanten zullen worden. Kun je dan niet heel ontspannen en vrolijk en met de nodige anekdotes over je vakgebied vertellen, zonder krampachtig te proberen je te verkopen. En hoe leuk is het daarna om te horen, “goh, je vertelt zo leuk over je vak, mag ik je visitekaartje???”